FATTOET (SAOEDISCH BROOD)
Fattoet noemt men dit Saoedische brood, en wie een beetje thuis is in de Semitische talen zal er onmiddelijk de overeenkomst met pitta in ontdekken, dat wij tegenwoordig helaas als pita moeten schrijven (de Arabische f staat gelijk aan de Hebreeuwse p). Dat woord ontwikkelde zich uit de Hebreeuwse zegswijze pat lechem ‘een bete broods’, dat wil zeggen een afgescheurd stukje brood. In het joods-Aramees is dat pitta (met 2 t’s!), maar het is geen typisch joods brood en ook het woord behoort tot de algemeen Semitische woordenschat. Het komt bijvoorbeeld ook in het Ethiopisch voor. In stukjes scheuren is in het Arabisch: fatta. Hetzelfde fatta komt u ook tegen in fattoesj, de Libanese salade met stukjes brood, en in fattat, een schotel, gemaakt met krokante stukjes brood en in fattat al-adas, een Saoedische linzenpuree met brood.
500 g tarwebloem
1 eetlepel gedroogde gist
1 dl maïsolie
ongeveer 1½ dl lauw water
½ eetlepel nigella
1 eetlepel venkelzaad
1 theelepel zout
maanzaad
Bloem en gist mengen, olie en water toevoegen, even kneden, voelen of er nog wat water of bloem bij moet. Dan ook nigella, venkelzaad en het zout erbij strooien. Zeker een kwartier goed kneden om een soepel en elastisch deeg te krijgen. Twee uur laten rijzen bij kamertemperatuur.
Het deeg in 4 stukken verdelen. Uitrollen tot 4 plakken van 20 cm doorsnee.
Bakken in een oven van 225 ºC tot ze goudbruin zien. Bestrooien met maanzaad.
Voor vier broden van 20 cm doorsnee.
land : Saoedi-Arabië
gerechtsoort : brood
bron : Groot Arabisch kookboek : De keuken van 1001 nacht / Janny de Moor
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten