KLENÄTER (KERSTGEBAK)
250 gram bloem
10 gram gesmolten boter
60 gram suiker
1 ei
1 eierdooier
zout
frituurvet
gezeefde poedersuiker
bessengelei of bessenjam
Meng de bloem, de boter, de suiker, het ei en de eierdooier en wat zout tot een samenhangend deeg. Houd een beetje bloem achter, dat bij het uitrollen van het deeg dienst moet doen. Laat het deeg op een koele plaats tenminste 2 uur rusten. Rol het dan, op een met bloem bestrooide tafel of aanrecht ½ centimeter dik uit en snijd er met een deegradertje of met een mes ruitvormige koekjes van 7 centimeter lang en 4 centimeter breed, met een erin geraderd streepje van 2 centimeter in het midden van elk koekje. Buig de scherpe punten van de ruit naar het midden toe en bevestig ze in het uitgeraderde gleufje. Laat het vet smelten en heet worden in een ruime pan en laat er de koekjes invallen. Bak ze gaar en goudgeel van kleur. Bestrooi de koekjes met poedersuiker en presenteer er verdunde bessengelei of bessenjam bij.
4 personen
gebied : Zweden
gerechtsoort : gebak
bron : Het Internationaal Kookboekje / Heleen A. M. Halverhout
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten