woensdag 7 augustus 2024

Haraa Asbaeu (Syrië)

HARAA ASBAEU

2 platbroden of bloemtortilla’s
1 eetlepel olijfolie
1 theelepel sumak
zout
250 gram gedroogde bruine linzen
1½ liter vers gekookt water
200 gram kleine vierkante pasta (of een andere kleine pasta)
5 eetlepels korianderolie
2 eetlepels granaatappelmelasse
1 theelepel komijnpoeder
1 portie gebakken uitjes (van 1 ui)
een handvol granaatappelpitjes

TAMARINDEWATER
35 gram tamarinde (blok)
200 milliliter water


Breek de tamarinde boven een pan en voeg het water toe. Breng op matig vuur aan de kook en laat minimaal 30 minuten koken om alle smaak eruit te krijgen en het water te laten inkoken. Schenk door een zeef in een kom; druk met een lepel het vocht eruit en schraap de pulp aan de onderkant van de zeef in de kom. Je houdt iets minder dan 100 milliliter saus met een heel intense smaak over. Het is niet erg als je iets minder hebt; het gaat allemaal om de smaak.
Verwarm de oven voor tot 200°C. Snijd de platbroden in reepjes van 1 centimeter breed en meng met de olijfolie, sumak en een snufje zout. Verdeel over een bakplaat en rooster in 3 tot 5 minuten in de oven krokant.
Was de linzen en voeg toe aan een pan met het vers gekookte water. Voeg een snufje zout toe en kook de linzen in 20 minuten beetgaar. Roer de pasta erdoor en kook 5 tot 8 minuten, afhankelijk van het soort pasta en het formaat, tot de pasta gaar is. Er moet nog een heel klein beetje water in de pan zitten; voeg nog wat kokend water toe als dat niet zo is, want het pasta-linzenmengsel moet zijdezacht en nattig zijn. Haal van het vuur.
Voeg de korianderolie toe aan de nog warme linzen en pasta, zorg ervoor dat je ook flink wat van de gehakte korianderblaadjes meeneemt. Roer het tamarindewater, eventueel zout naar smaak, de granaatappelmelasse en het komijnpoeder erdoor. Schep het pasta-linzenmengsel op een grote, platte schaal en laat volledig afkoelen.
Van oudsher leggen we de toppings in rijtjes erop, te beginnen met de korianderblaadjes uit de olie, dan de gebakken uitjes, de krokante broodreepjes, gevolgd door de granaatappelpitjes. Herhaal deze rijtjes tot alle ingrediënten zijn gebruikt en serveer.

4 - 6 personen

gebied : Syrië
gerechtsoort : voorgerecht

bron : De Syrische keuken van Imad : Een culinaire liefdesbrief aan Damascus / Imad Alarnab

Zahraa Harra (Syrië)

ZAHRAA HARRA (BLOEMKOOL, RODE UI, RODE PUNTPAPRIKA)

1 grote bloemkool
1 rode ui
2 rode puntpaprika’s
1 theelepel gedroogde of verse tijm
1 theelepel sumak
tahinsaus (voor erbij)
korianderolie (voor erbij)
pul biber of gewone chilivlokken (voor erbij)

MARINADE
5 teentjes knoflook, fijngehakt
2 eetlepels tomatenpuree
1 eetlepel harissa
100 milliliter olijfolie
zout
versgemalen zwarte peper


Meng de ingrediënten voor de marinade met een snufje zout en zwarte peper in een kleine kom. Verwijder de taaiste bladeren van de bloemkool en laat de dunnere bladeren zitten. Snijd de bloemkool in 8 parten en bedek met driekwart van de marinade. Laat de bloemkool maximaal 12 uur marineren, of rooster meteen.
Verwarm de oven voor tot 200°C en bekleed een grote bakplaat met bakpapier. Leg de bloemkoolparten op de bakplaat en rooster 15 minuten in de oven.
Snijd intussen de ui en puntpaprika’s in even grote stukjes (ongeveer 3 centimeter), voeg toe aan een kom en schep om met de rest van de marinade, de tijm en sumak. Haal de bloemkool uit de oven en keer alle parten om. Verdeel de ui en puntpaprika over de bakplaat en rooster met de bloemkool nog 25 minuten in de oven, tot de bloemkool krokant en goudbruin is en de ui en puntpaprika zacht zijn.
Bestrooi met zout en peper, garneer met tahinsaus, korianderolie en pul biber en serveer.

4 personen

gebied : Syrië
gerechtsoort : veganistisch gerecht

bron : De Syrische keuken van Imad : Een culinaire liefdesbrief aan Damascus / Imad Alarnab

Muhammara (Syrië)

MUHAMMARA

5 rode puntpaprika’s
2 rode chilipepers
75 gram walnoten
4 eetlepels rode paprikapuree
1 theelepel korianderpoeder
1 theelepel komijnpoeder
½ theelepel zout
2 eetlepels granaatappelmelasse (voor erbij)
een klein bosje peterselie, blaadjes fijngehakt (voor erbij)
½ rode ui, fijngesnipperd (voor erbij)
een handvol granaatappelpitjes (voor erbij)
extra vergine olijfolie, om te besprenkelen


Verwarm de oven voor tot 230°C. Leg de paprika’s en chilipepers naast elkaar op een grote bakplaat en rooster 20 tot 25 minuten in de oven, halverwege kerend, tot de schil aan beide kanten geblakerd is. Laat iets afkoelen en verwijder de steeltjes van de paprika’s en chilipepers.
Verdeel de walnoten over een andere bakplaat en rooster 5 minuten in de oven. Haal uit de oven en laat afkoelen.
Pureer de chilipepers met de rode paprikapuree, het korianderpoeder en komijnpoeder in een keukenmachine tot een pasta. Voeg de geroosterde paprika’s, walnoten en het zout toe en hak op de pulseerstand grof, het moet geen gladde pasta worden. Schep de paprikadip in een kom of op een bord en sprenkel de granaatappelmelasse erover. Garneer met peterselie, rode ui, granaatappelpitjes en wat olijfolie.

4 - 6 personen

gebied : Syrië
gerechtsoort : voorgerecht

bron : De Syrische keuken van Imad : Een culinaire liefdesbrief aan Damascus / Imad Alarnab

Riz Shaeiria (Syrië)

RIZ SHAEIRIA (RIJST)

200 gram langkorrelige snelkookrijst
25 milliliter olijfolie
½ theelepel komijnzaad
50 gram (ongeveer een handvol) capelli d’angelo
½ theelepel baharat
½ theelepel versgemalen zwarte peper
½ theelepel zout
1 eetlepel ghee of olijfolie


Was de rijst in een kom koud water, giet af en herhaal twee of drie keer. Laat de rijst in vers water weken tot je de rijst gaat koken en giet dan af.
Verhit de olijfolie in een pan op hoog vuur en bak het komijnzaad ongeveer 30 seconden, tot de zaadjes verkleuren. Blijf roeren, voeg de capelli d’angelo toe en bak 3 tot 5 minuten, tot alles goudbruin is. Zet het vuur iets lager zodat het niet gaat spetteren.
Voeg de rijst toe en roer een of twee keer door; niet te vaak. Roer de baharat, peper en het zout erdoor. Schenk voldoende koud water in de pan, zodat het water 2 centimeter boven de rijst staat. Zet het vuur hoger en roer voorzichtig door. Kook 2 minuten zonder deksel op de pan, tot het water kookt. Zet dan het vuur helemaal laag en laat 15 minuten met het deksel op de pan koken. Haal van het vuur, voeg de ghee of olijfolie toe, plaats snel het deksel terug op de pan en laat 5 tot 10 minuten staan.
Roer de rijst voorzichtig met een vork.

4 personen

gebied : Syrië
gerechtsoort : bijgerecht

bron : De Syrische keuken van Imad : Een culinaire liefdesbrief aan Damascus / Imad Alarnab

Shurabat Ends (Syrië)

SHURABAT ENDS (LINZENSOEP)

200 gram gedroogde rode linzen
50 gram kortkorrelige rijst
50 gram freekeh
2 eetlepels olijfolie
1 eetlepel komijnzaad
2 uien, fijngesnipperd
2 kleine wortels, geschild en in blokjes
2 teentjes knoflook, fijngehakt
1 theelepel komijnpoeder
2 eetlepels saffloer of saffraan
1 theelepel versgemalen zwarte peper
½ theelepel korianderpoeder
2 eetlepels tomatenpuree
2 theelepels zout
1,7 liter groente- of kippenbouillon of water
single cream of slagroom (voor erbij)
een kleine handvol bieslook, fijngesneden (voor erbij)
4 pitabroodjes, geroosterd (voor erbij)


Was de linzen, rijst en freekeh samen in een grote zeef, tot het water helder is.
Verhit de olijfolie in een hoge, grote pan op matig vuur. Voeg het komijnzaad toe en rooster een minuut. Voeg de ui en wortel toe en bak 5 tot 8 minuten, tot ze zacht en licht gekaramelliseerd zijn. Voeg de knoflook toe en bak in 1 tot 2 minuten zacht.
Voeg de linzen, rijst en freekeh toe en rooster al roerend 2 minuten. Roer dan het komijnpoeder, 1 eetlepel van de saffloer, de zwarte peper, het korianderpoeder, de tomatenpuree en 2 theelepels zout er goed door. Voeg de bouillon of het water toe, het vocht moet minimaal 6 centimeter boven het linzenmengsel staan.
Breng aan de kook, zet het vuur laag en laat 1 uur zachtjes koken, tot alles zacht is.
Pureer in een blender tot een dikke soep, voeg indien nodig meer water toe en voeg de rest van de saffloer toe. Breng indien nodig verder op smaak met zout en peper.

4 - 6 personen

gebied : Syrië
gerechtsoort : vegetarisch gerecht

bron : De Syrische keuken van Imad : Een culinaire liefdesbrief aan Damascus / Imad Alarnab

Laban Bikhiar (Syrië)

LABAN BIKHIAR (YOGHURTSALADE)

½ komkommer
350 gram Griekse of zelfgemaakte yoghurt
2 teentjes knoflook, fijngeraspt of tot puree gewreven
2 eetlepels gedroogde munt
een flinke snuf zeezoutvlokken
sap van ½ citroen (optioneel)


Rasp de komkommer boven een mengkom, voeg de yoghurt, knoflook, gedroogde munt en zeezoutvlokken toe en meng door elkaar. Voeg naar smaak citroensap toe als de yoghurt zoet smaakt.

4 personen

gebied : Syrië
gerechtsoort : voorgerecht

bron : De Syrische keuken van Imad : Een culinaire liefdesbrief aan Damascus / Imad Alarnab

Knafeh Nableseh (Syrië)

KNAFEH NABLESEH

100 milliliter water
100 gram fijne kristalsuiker
1 schijfje onbespoten citroen
200 gram tresse (een Syrische trekkaas), akkawi of nabulsi (een zoute, harde kaas), of mozzarella, geraspt
100 gram ghee, plus extra om in te vetten
een paar druppels gele voedingskleurstof (optioneel)
200 gram kataifideeg, in kleine stukjes
75 gram mozzarella, geraspt
gehakte pistachenoten, ter garnering


Voeg het water en de suiker toe aan een kleine pan en breng langzaam aan de kook. Zet dan het vuur lager, laat ongeveer 5 minuten zachtjes koken en voeg het schijfje citroen toe. Zet het vuur helemaal laag en laat staan terwijl je de rest maakt.
Rasp de tresse of akkawi en voeg toe aan een kom koud water. Giet af en vul de kom met vers water. Herhaal vier keer om de kaas te ontzouten. Giet af en laat zo goed mogelijk uitlekken op een schone, droge theedoek. Deze stap kun je overslaan als je alleen mozzarella gebruikt.
Smelt de ghee in een kleine pan of in de magnetron en voeg dan eventueel de gele voedingskleurstof toe. Voeg het kataifideeg met de gesmolten ghee toe aan een kom en meng goed door.
Vet een koekenpan van 30 centimeter met antiaanbaklaag in met wat ghee, leg het kataifideeg in de pan en druk stevig aan. Schep de geraspte tresse, akkawi of mozzarella en de 75 gram geraspte mozzarella in het midden van het deeg en laat daarbij een rand van 1½ centimeter vrij.
Verhit de pan op matig vuur, niet recht boven de warmtebron, zodat allen de rand wordt verwarmd. De bodem moet een beetje krokant worden, maar de kaas moet ook smelten, dus we moeten langzaam en voorzichtig te werk gaan. Blijf ongeveer 10 minuten bij het fornuis staan en draai de pan om de paar seconden, zodat de warmte onder de pan gelijkmatig wordt verdeeld, tot je de randjes van het deeg goudbruin ziet worden en de kaas gesmolten is.
Pak een bord dat groter is dan de pan. Zet het bord omgekeerd op de pan en keer voorzichtig maar snel om, zodat het deeg bovenop komt te liggen.
Zet het vuur onder de siroop hoger en verwarm 1 minuut. Schep een paar lepels hete siroop over het deeg. Je hebt niet alle siroop nodig, dus overdrijf het niet. Garneer met de gehakte pistachenoten en serveer direct als de knafeh nog warm is.

4 - 6 personen

gebied : Syrië
gerechtsoort : nagerecht

bron : De Syrische keuken van Imad : Een culinaire liefdesbrief aan Damascus / Imad Alarnab

Jirjir (Syrië)

JIRJIR (RUCOLASALADE)

geraspte schil en sap van 1 onbespoten citroen
3 eetlepels extra vergine olijfolie
1 eetlepel za’atar
1 theelepel sumak
250 gram halloumi, in blokjes van 2 centimeter
3 handenvol rucola
400 gram watermeloen, in blokjes van 2 centimeter


Meng de geraspte citroenschil met het citroensap, de olijfolie, za’atar en sumak in een kom. Voeg de halloumi toe en meng goed door elkaar.
Verdeel de rucola en watermeloen over een grote platte schaal, gevolgd door de aangemaakte halloumi. Je kunt alles door elkaar mengen, of de salade gewoon zo serveren.

4 personen

gebied : Syrië
gerechtsoort : voorgerecht

bron : De Syrische keuken van Imad : Een culinaire liefdesbrief aan Damascus / Imad Alarnab

Saroja (Syrië)

SAROJA (MINI-AUBERGINES EN KAAS)

Saroja is een wijk in Damascus.

350 gram mini-aubergines
90 gram panko
2 eieren
1 eetlepel za’atar
1 theelepel zout
½ theelepel komijnpoeder
wat grof gemalen zwarte peper
een klein handvol peterselie, blaadjes fijngehakt
olijfolie, om te besprenkelen
100 gram feta, verkruimeld
100 gram halloumi, geraspt
1 theelepel zwart sesamzaad
1 theelepel geroosterd wit sesamzaad
4 eetlepels dadelstroop
2 eetlepels zure-kersenmelasse
een kleine handvol munt, blaadjes fijngehakt


Verwarm de oven voor tot 200°C. Verwijder de steeltjes van de aubergines. Halveer elke aubergine in de lengte, snijd elke helft in plakjes van 1 centimeter dik en voeg de aubergineplakjes toe aan een kom gezouten water. Zet 2 middelgrote kommen klaar. Voeg de panko toe aan de eerste kom en de eieren aan de andere. Klop de eieren los met de za’atar, het zout, komijnpoeder, de peper en peterselie. Giet de aubergine af en dep droog met keukenpapier.
Bekleed een grote bakplaat met bakpapier. Wentel elk plakje aubergine door het eimengsel en daarna door de panko, tot alle plakjes goed bedekt zijn. Leg de gepaneerde plakjes aubergine op de beklede bakplaat. Besprenkel elk plakje aubergine met wat olijfolie en bak 20 minuten in de oven.
Meng de feta met de halloumi, het zwarte sesamzaad en geroosterde witte sesamzaad in een kom. Meng in een andere kleine kom de dadelstroop met de zure-kersenmelasse. Verdeel het kaasmengsel over een platte schaal of een paar borden en leg de krokante aubergine erop. Sprenkel het dadelstroopmengsel erover en garneer met de fijngehakte munt.

4 personen

gebied : Damascus, Syrië
gerechtsoort : voorgerecht

bron : De Syrische keuken van Imad : Een culinaire liefdesbrief aan Damascus / Imad Alarnab

Kabsa met garnalen (Syrië)

KABSA MET GARNALEN

2 eetlepels olijfolie
1 eetlepel komijnzaad
3 kruidnagels
1 kaneelstokje
3 groene kardemompeulen
1½ eetlepel kabsa-kruiden
1 theelepel versgemalen zwarte peper
1½ theelepel baharat
1 laurierblaadje
1 grote ui, fijngesnipperd
1 groene paprika, zaadlijsten verwijderd en in blokjes
1 of 2 kleine rode chilipepers (optioneel)
1 blik gepelde tomaten à 400 gram
2 theelepels zout
400 gram langkorrelige rijst
75 gram blanke rozijnen of sultanarozijnen
300 gram gepelde, rauwe gamba’s
50 gram pijnboompitten, geroosterd (voor erbij)
een handvol fijngehakte peterselieblaadjes (voor erbij)
laban bikhiar (voor erbij)
groene salade (voor erbij)


Verhit de olijfolie in een grote pan met dikke bodem op middelhoog vuur, voeg het komijnzaad toe en rooster 1 minuut. Voeg de kruidnagels, het kaneelstokje, de kardemompeulen, kabsa-kruiden, zwarte peper, baharat en het laurierblaadje toe en bak al roerend 1 minuut. Voeg de ui en paprika toe en bak regelmatig roerend in 10 minuten zacht, zet indien nodig het vuur lager zodat de specerijen niet aanbanden. Als je chilipeper(s) wilt toevoegen, halveer deze dan in de lengte en voeg toe aan de pan.
Voeg de tomaten en het zout toe aan de pan, vul het lege blik van de tomaten met water en schenk in de pan erbij. Breng aan de kook, zet het vuur lager en laat 25 minuten zachtjes koken.
Was intussen de rijst in een zeef tot het water helder is. Voeg toe aan een kom., bedek met water en laat 30 minuten weken.
Breng de saus indien nodig verder op smaak met zout en peper, giet de rijst af en roer met de rozijnen en gamba’s door de saus. De saus moet ongeveer 2 centimeter boven de rijst staan, zo niet, voeg dan nog wat water toe.
Breng de rijst in de saus aan de kook. Plaats een deksel op de pan, zet het vuur meteen laag en laat 15 minuten zachtjes koken. Haal van het vuur met het deksel stevig op de pan en laat 10 minuten staan.
Haal het deksel van de pan en roer de rijst voorzichtig los met een vork. Serveer met de pijnboompitten, peterselie, laban bikhiar en een groene salade.

4 personen

gebied : Syrië
gerechtsoort : hoofdgerecht

bron : De Syrische keuken van Imad : Een culinaire liefdesbrief aan Damascus / Imad Alarnab